In Tsjetsjenië wordt systematisch gemarteld

In Tsjetsjenië wordt nog steeds systematisch gemarteld en de VN-commissie tegen marteling moet daar iets tegen doen. Dat staat in een maandag verschenen rapport van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.
In de periode van juli 2004 tot september 2006 hoorde HRW van 115 gevallen van marteling. De meeste slachtoffers werden gemarteld door de veiligheidstroepen van de door Moskou gesteunde Tsjetsjeense premier Ramzan Kadyrov.
Volgens HRW zou de VN-commissie Rusland moeten oproepen concrete stappen te nemen om marteling tegen te gaan.

Verdachten krijgen in Tsjetsjenië bijvoorbeeld stroomschokken toegediend of worden geslagen. Ook worden opzettelijk brandwonden toegebracht en worden mensen bedreigd met verkrachting of executie.
"Tijdens de ondervragingen leek het alsof ik steeds opnieuw doodging, en ze me weer tot leven wekten om door te gaan," zegt Sulim S. in het HRW-rapport.
"Uiteindelijk, toen ze zich realiseerden dat ik echt niets te zeggen had, gaven ze mij de keuze uit drie misdaden om de verantwoordelijkheid voor te dragen - een bomaanslag op een bus, de moord op twee politieagenten of de moord op een vrouw. Maar ik weigerde."

Bron