Nike en Adidas buiten arbeiders in Azië nog steeds uit

De werkomstandigheden van de textielarbeiders in Azië worden steeds bedroevender naarmate de Olympische Spelen dichterbij komen. Dat blijkt uit gegevens van Play Fair, de organisatie die ijvert voor het respecteren van de mensenrechten bij de productie van sportartikelen.

De onderzoekers ontdekten dat de werkomstandigheden weinig zijn geëvolueerd sinds de Olympische Spelen van 2004 en dat schending van de mensenrechten nog steeds de norm is.

Gevaarlijke producten
De studie werd uitgevoerd bij 320 werknemers van textielbedrijven in China, India, Thailand en Indonesië. De fabrieken werken voor onder meer Nike, New Balance en Adidas. Die laatste is de voornaamste leverancier van de Olympische Spelen in Peking.

De arbeiders krijgen hun overuren niet uitbetaald, worden blootgesteld aan gevaarlijke producten en zijn vaak het slachtoffer van fysiek geweld. Het minimumloon en de maximale werktijd worden door de werkgevers met de voeten getreden.

Zeven op zeven werken
"Ik ben doodmoe", verklaart een arbeider van het bedrijf Yue Yuan, dat schoenen produceert voor New Balance. "We moeten met twee werknemers 120 paar schoenen kleven per uur. We werken zonder onderbreking en zijn voortdurend bang om niet snel genoeg te produceren."

In een fabriek in het zuiden van China die voetballen en uitrusting maakt voor Adidas, Nike, Umbro en Fila werkt het merendeel van de arbeiders zeven dagen op zeven. "We krijgen zelfs geen dag vakantie per maand", zegt een van de werknemers.

De organisatie Play Fair is een initiatief van onder meer de Clean Clothes Campaign (CCC) en de International Trade Union Confederation (ITUC).

Bron